Witpatrijs
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| pyle | saumon blanc liseré | rotgesattelt | silla roja | pile | czerwono siodły | rødsadlet | červenosedlatá | červeně sedlaté |
Vroeger werd deze kleurslag pile genoemd en later roodgeschouderd wit. Erfelijk is het een patrijs dier waar al het zwart is vervangen door wit.
Bij de hanen hebben een goudgezoomde hals en zadel met witte schachtstreek, terwijl de schouders rood zijn. Alle rode, dan wel goudkleuren zijn een tint lichter dan bij de patrijshanen. De rest van het dier is roomkleurig wit.
De hennen hebben een zalmkleurige borst, de halsveren zijn goudgezoomd wit en de rest van het verenpak is roomkleurig wit.
Fouten die we tegenkomen zijn: Bij de haan: ontbreken vleugeldriehoek, te bleke kleur op de schouders, hals en zadelkleur te bleek. Ook komen we te rode dieren voor, welke vooral in de borst zichtbaar wordt. Ook zien we wel eens zwarte kleurspatten. Bij de hen: roestbruine kleur op de schouders, te donkere borstkleur en zwarte kleurspatten.
| Haan: | Hen: |
|---|---|
 Twentshoen Witpatrijs haan |
 Maleier Witpatrijs hen |
Veren
| Haan: | Hen: |
|---|---|
